Tijdens de stage voor didactische verkenning was één van de activiteiten een beeldactiviteit. Ik heb inspiratie opgezocht voor dit knutselwerk op Pinterest: http://www.pinterest.com/. Ik had meerdere ideeën en vroeg daarom aan mijn mentor wat zij het beste vond en wat nieuw was voor de kleuters.
Uiteindelijk koos ik, na overleg met mijn mentor, voor een Zwarte Piet die uit de schoorsteen komt. Omdat de stage maar drie dagen duurde, stelde mijn mentor voor om dit knutselwerkje maar met een aantal kleuters te doen zodat het zeker af was van diegene waarmee ik het maakte. Uiteindelijk is het toch gelukt om het te maken met alle 25 kleuters. Daar was ik heel tevreden over.
De kleuters vonden het heel leuk om te maken en de eindresultaten mogen er zeker zijn. Ik stond ervan versteld dat de werkjes toch heel erg varieerden, ondanks het feit dat de kleuters niet zoveel materiaal hadden om mee te experimenteren. Ik bood wel verschillende kleuren verf aan, verschillende oogjes, verschillende pluimen... Maar toch was ik onder de indruk dat de kleuters heel wat fantasie en inleving hebben. De ene kleuter zei: "Mijn bakstenen worden rood", die van de andere bruin, maar er waren zelf kleuters die een mengeling van verschillende kleuren maakten. Wat ik ook tof vond, was dat de Zwarte Pietjes allemaal een andere expressie of emotie hebben door de manier waarop ze hun oogjes en hun mondje kleefden.
Hallo iedereen, Welkom op mijn blog. Ik ben Laura Vandenabeele, studente kleuteronderwijs in VIVES Tielt. Ik maakte deze blog om allerlei ervaringen uit de lessen, van activiteiten en van opdrachten te delen. Veel lees- en kijkplezier!
zaterdag 27 december 2014
De kleren van Sinterklaas
Ik stond tijdens mijn stage in een derde kleuterklas waar we het verhaal "De kleren van Sinterklaas" mochten vertellen.
Na het middagonthaal plande ik om mijn verhaal te vertellen. Toen ik het boek nam, reageerden de kleuters meteen. Een jongetje uit de klas had dit boek al eens meegebracht naar de klas. Mijn mentor heeft er niet veel aandacht aan geschonken omdat ze wist dat ik dit verhaal nog zou vertellen.
De kleuters en ik bekeken en observeerden de kaft. Ik vroeg de kleuters wat ze allemaal op zagen. De dag voordien hadden ze het liedje van Sinterklaas geleerd waarin het woord "kazuifel" voorkomt. De kleuters wisten nog dat de mantel van de Sint was. Door het bekijken van de kaft en vragen te stellen, popelden de kleuters om aan het boek te beginnen. Ze luisterden met volle aandacht naar het verhaal.
Tijdens het verhaal kwam er heel wat reactie van de kinderen. Dit vond ik helemaal niet erg, ik probeerde hier zo goed mogelijk op in te spelen. Ik liet wel duidelijk merken, dat wanneer het niet meer over het verhaal ging en we te veel afweken, ik gewoon verder las. Ik vond het leuk dat ze antwoordden, dit wou zeggen dat de kleuters erg geboeid en gefascineerd naar het verhaal luisterden.
Biegel, P. en te Loo S. (2008). De kleren van Sinterklaas. Rotterdam: Uitgeverij Lemniscaat. |
Beeld
Voor beeld hebben we heel wat opdrachten gekregen doorheen het semester:
OPDRACHT 1:
De eerste opdracht was om vijf verschillende fruitsoorten te tekenen met verschillende materialen. De materialen die we hiervoor gebruikten waren: potlood, kleurpotlood, vetkrijt, wasco, bister, waterverf en houtskool. Met bister werken vond ik heel interessant omdat ik hier nooit eerder mee werkte. Bister is vervaardigd uit het roet en teer van een verbrand stuk hout. Het is bruinachtig van kleur. Als je dit mengt met water kan je hiermee schilderen. Hoe meer water je gebruikt, hoe lichter van kleur en hoe minder hoe donkerder.
OPDRACHT 2:
Als tweede opdracht moesten we een monster maken van papier mache. Papier mache is een techniek waarbij gebruik wordt gemaakt van krantenpapier en behangerslijm. Nadat dit krantenpapier droog was, heb ik een primerlaag op mijn monstertje aangebracht. Wanneer dit droog was, begon ik met schilderen. Dit is het resultaat:
OPDRACHT 1:
De eerste opdracht was om vijf verschillende fruitsoorten te tekenen met verschillende materialen. De materialen die we hiervoor gebruikten waren: potlood, kleurpotlood, vetkrijt, wasco, bister, waterverf en houtskool. Met bister werken vond ik heel interessant omdat ik hier nooit eerder mee werkte. Bister is vervaardigd uit het roet en teer van een verbrand stuk hout. Het is bruinachtig van kleur. Als je dit mengt met water kan je hiermee schilderen. Hoe meer water je gebruikt, hoe lichter van kleur en hoe minder hoe donkerder.
OPDRACHT 2:
Als tweede opdracht moesten we een monster maken van papier mache. Papier mache is een techniek waarbij gebruik wordt gemaakt van krantenpapier en behangerslijm. Nadat dit krantenpapier droog was, heb ik een primerlaag op mijn monstertje aangebracht. Wanneer dit droog was, begon ik met schilderen. Dit is het resultaat:
OPDRACHT 3:
De derde opdracht die we kregen voor beeld was een valies schilderen. Het was niet gemakkelijk een geschikte prent te vinden, maar na lang zoeken vond ik deze tekening met de ballonnen wel passend voor op de valies. Ik schilderde de valies eerst met een primer. Daarna heb ik mijn prent erop getekend. Om de lucht weer te geven, gebruikte ik verschillende soorten blauwe verf en witte verf. Deze bracht ik aan met een penseel en depte hierna over met een stuk stof. De rest is gewoon met penselen en acrylverf geschilderd.
OPDRACHT 4:
We kregen een bundeltje met 13 schetsen van dieren. Hierin staan onder andere de basisvormen waaruit de dieren opgebouwd zijn. We kregen als opdracht deze 13 dieren te tekenen met verschillende materialen en op verschillende soorten papier.
OPDRACHT 5:
De laatste opdracht van dit semester was een monstertje in klei maken en hiervoor een decor ontwerpen met behulp van een schoendoos. Ik maakte een groen monster met vleugels die in zijn grot vertoefde. De grot maakte ik met gips en kippengaas. Achteraf verfde ik dit met grijze, witte, en bruine tinten verf. Op de grond in de grot legde ik verscheurde bladeren.
Muziekinstrumenten
Voor het vak muziek kregen we de opdracht muziekinstrumenten te
maken. Het was de bedoeling om 8 soorten muziekinstrumenten te maken. Zo
moesten we twee trommels, twee bellen, vier schuddoosjes, twee
shuurblokjes, een schelraam, een rasp, 15 klankstokjes en twee
bellenkransen maken. Ik vond dit een leuke opdracht en ben wel redelijk
trots op het resultaat:
BEL:
ik maakte dit instrument met een fietsbel. In deze fietsbel is een gaatje gemaakt, waarin een nagel paste. Deze nagel heb ik dan in een cilindervormig stuk hout geklopt.
De stok waarmee je op de bel moet slaan is gemaakt van een stokje waarmee je Chinees eet en een parel.
ik maakte dit instrument met een fietsbel. In deze fietsbel is een gaatje gemaakt, waarin een nagel paste. Deze nagel heb ik dan in een cilindervormig stuk hout geklopt.
De stok waarmee je op de bel moet slaan is gemaakt van een stokje waarmee je Chinees eet en een parel.
BELLENKRANS:
Om deze bellenkrans te maken, ben ik naar de schoenmaker geweest, die gaatjes maakte in een oude riem. Door deze gaatjes heb ik belletjes gestoken en deze heb ik aan elkaar bevestigd met een touwtje. Met een nagel heb ik deze riem in een stuk hout (afkomstig van een bezemsteel) geklopt.
Om deze bellenkrans te maken, ben ik naar de schoenmaker geweest, die gaatjes maakte in een oude riem. Door deze gaatjes heb ik belletjes gestoken en deze heb ik aan elkaar bevestigd met een touwtje. Met een nagel heb ik deze riem in een stuk hout (afkomstig van een bezemsteel) geklopt.
RASP:
Deze rasp is eigenlijk gewoon een oude bobijn waar vroeger garen op zat. Wanneer je hierover wrijft met een stokje, klinkt dit zeer mooi.
Deze rasp is eigenlijk gewoon een oude bobijn waar vroeger garen op zat. Wanneer je hierover wrijft met een stokje, klinkt dit zeer mooi.
KLANKSTOKJES:
In de Gamma kocht ik lange cilindervormige stokken. Deze heeft mijn papa gezaagd in stokjes van ongeveer 20 centimeter. Achteraf heb ik ze geschuurd langs de randjes, zodat er zeker geen splinters meer aan zaten.
In de Gamma kocht ik lange cilindervormige stokken. Deze heeft mijn papa gezaagd in stokjes van ongeveer 20 centimeter. Achteraf heb ik ze geschuurd langs de randjes, zodat er zeker geen splinters meer aan zaten.
SCHELRAAM:
De lange stok is een stuk van een bezemsteel. Ik heb kroonkurken plat geklopt met een hamer en hierin een gaatje gemaakt met een spijker. Hierna heeft mijn papa me geholpen om een lange spijker alle delen aan elkaar te hangen.
De lange stok is een stuk van een bezemsteel. Ik heb kroonkurken plat geklopt met een hamer en hierin een gaatje gemaakt met een spijker. Hierna heeft mijn papa me geholpen om een lange spijker alle delen aan elkaar te hangen.
SCHUDDOOSJES:
Deze schuddoosjes zijn gemaakt van kleine flesjes waarin ik verschillende soorten rijst, pasta, parels... heb gedaan.
Deze schuddoosjes zijn gemaakt van kleine flesjes waarin ik verschillende soorten rijst, pasta, parels... heb gedaan.
Met een kaasdoosje maakte ik het volgende schuddoosje. Hierin deed ik rijst en maakte het dicht met papier mache. Achteraf heb ik het doosje afgewerkt met zelfklevend inpakpapier.
SCHUURBLOKJES:
Deze schuurblokjes zijn gemaakt van een trapleuning. Hierop is schuurpapier met een grove korrel geplakt.
Deze schuurblokjes zijn gemaakt van een trapleuning. Hierop is schuurpapier met een grove korrel geplakt.
TROMMEL:
Voor deze trommel gebruikte ik een oude pvc-buis. Het "trommelvlies" is gemaakt van heel stevig inpakpapier. Rond de pvc-buis plakte ik opnieuw van het zelfklevend inpakpapier.
Voor deze trommel gebruikte ik een oude pvc-buis. Het "trommelvlies" is gemaakt van heel stevig inpakpapier. Rond de pvc-buis plakte ik opnieuw van het zelfklevend inpakpapier.
Abonneren op:
Posts (Atom)