zaterdag 3 januari 2015

Dialectonderzoek

Aan de hand van een mondelinge enquête onderzocht men hoe het zit met de dialectkennis en het dialectgebruik in verschillende regio's in West- en Oost-Vlaanderen. Men vroeg zich ook af welke rol sociale variabelen hierin spelen.

In het onderzoek waren 3 hypotheses. Hieronder kan je de hypotheses lezen en het resultaat van het onderzoek.

Hypothese 1: hoe ouder, hoe hoger de score op dialectgebruik en -kennis
Ouderen spreken inderdaad nog het best hun dialect. Zij zijn gemiddeld lager opgeleid waardoor ze er minder in slagen over te schakelen op de standaardtaal omdat ze die niet zo goed beheersen.
Tegenwoordig voeden ouders hun kinderen op in standaardtaal. Bij het onderzoek naar de benaming van spelen konden jongeren minder spelen juist benoemen. Een reden hiervoor is dat kinderen minder met deze stukken speelgoed spelen.

Bepaalde dialectwoorden verdwijnen uit de taal omdat die voorwerpen it de alledaagse leefwereld verdwijnen. Dus hoe frequenter een begrip voorkomt, hoe hoger het dialectgebruik is.

Hypothese 2: mannen scoren op dialectgebruik en -kennis beter dan vrouwen
Meisjes zouden minder dialect spreken omdat ze meer zin voor verfijning hebben dan jongens en bovendien sneller langs de sociale ladder willen klimmen.
Vrouwen spelen er belangrijke rol in de opvoeding van de kinderen .waardoor ze ook beschaafder tegen hen spreken.

Hypothese 3: hoe hoger opgeleid, hoe lager de score op dialectgebruik en -kennis 
Hoe hoger het sociale prestige van het uitgeoefende beroep en hoe hoger de opleiding, hoe sterker het dialectverlies is.

Uit het onderzoek blijkt dat alle hypotheses kloppen.

Bron: Lefebvre M., & Dejonckheere P. (2014). “Knikkeren we nog met bolleketten en marbels? Stop de tijd! Een sociolinguïstisch dialectonderzoek”. In: Neerlandia/Nederlands van Nu, Jrg. 117 nr. 1, februari, p. 34-37.  

Chattaal bij kinderen

Enquête


Voor taalvaardigheden namen we enquêtes af van twee kinderen tussen 10 en 12 jaar. De enquête werd afgenomen van een meisje en een jongen. Het was moeilijk om een gesprek te vinden waarin redelijk veel tekst stond. Vaak stuurden ze filmpjes of foto's naar elkaar.

Tot mijn grote verbazing vond ik dat deze kinderen nog redelijk mooi "spraken" tegen elkaar. Ik vond dan ook niet zoveel taalfouten terug, maar eerder typ- of schrijffouten (haat in plaats van gaat). Bij mijn onderzoek was de jongen ouder dan het meisje. Ik merkte op dat de jongen (12 jaar) al meer Engelse woorden gebruikte dan het meisje (10 jaar), maar wellicht komt dit door het leeftijdsverschil.

Amsterdam in Taalwijs: Chat-taal


Dit filmpje gaat over chattaal bij kinderen. Het gaat vooral over het gebruik van afkortingen die ze gebruiken in hun berichtjes.

Muzische grondhouding

Omdat ik later gestart ben met deze opleiding, moest ik voor muzische grondhouding allerlei vervangopdrachten maken. Voor beeld moest ik een kostuum met bijpassend hoofddeksel maken met allerlei kosteloos papier.

Dit is het resultaat:
Ik maakte een kleedje met als basis een papieren zak. Op deze zak heb ik krantenpapier geniet. Het krantenpapier had ik vooraf geplooid in een accordeonvorm. Als bandjes heb ik krantenpapier gevlochten. Onderaan heb ik slingers krantenpapier gehangen om het kleed wat langer te maken. Aan de achterkant van mijn kleed bevestigde ik een strik die ik maakte van oud behangpapier.

De hoed maakte ik opnieuw van een zak die ik vond. Daarop maakte ik een bloempje en drie andere frivole elementen. Haar is gemaakt van een zwarte papieren zak die ik in allemaal fijne strookjes knipte.






Correct Standaardnederlands

  1. Ik vroeg me af of het tevreden met was of tevreden over. Dit zocht ik op op de volgende website: http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/1315/tevreden_met_over/  
  2. Op welke e schrijf ik nu ook alweer een trema bij het woord idee?
    • Ik schrijf het trema op de derde e, ideeën:
    http://woordenlijst.org/zoek/?q=idee&w=w
  3. Eerstejaarsstudente of eerstejaars studente?
    • Alles wordt aan elkaar geschreven, dus eerstejaarsstudente:
    http://apps.nrc.nl/stijlboek/eerstejaarsstudent-eerstejaars-student
  4. Wanneer schrijf ik het woord God met een hoofdletter en wanneer met een kleine letter?
    • Namen van opperwezens, heilige personen of zaken krijgen een hoofdletter.
    • Schrijf het woord god klein als het niet naar het opperwezen zelf verwijst. 
    • Samenstellingen en afleidingen met god schrijf je klein
    • Namen van opperwezens schrijven we in vloeken en uitroepen klein
    • Schrijf samenstellingen met de naam voor een heilig persoon of een heilig begrip klein als ze niet meer rechtstreeks naar de heilige persoon of het heilige begrip verwijzen. 
    • Schrijf namen van godsdienstige praktijken en voorwerpen klein.
    • Religieuze teksten krijgen een hoofdletter, tenzij het om een soortaanduiding gaat.
    Deze regels vond ik in de cursus taalvaardigheden
  5. Is het paddestoel of paddenstoel?
    • Het is paddenstoel, het juiste antwoord vond ik op:
    http://www.woorden.org/foute-spellingx.php